woensdag 14 mei 2014
BIESTA, GERT
Input
Morgenavond naar de lezing van Gert Biesta en vrijdagochtend de masterklas in Driebergen.
Het wordt georganiseerd vanuit het NIVOZ, een onderzoeksgroep rondom Luc Stevens, die de laatste tijd veel publiceren over pedagogisch TACT. Dit resoneert bij mij van binnen, vanuit mijn acteurschap en houding rondom theatermaken én bij mijn Aikido ervaringen.
(Morgen geef ik een training hierover aan 'ons' BedrijfsBureau op hun professionaliseringsdag.)
Hoop 's avonds op (wetenschappelijke) input van Biesta rondom de functie van het 'levend', creatief en verantwoordelijk docentschap.
CREATORAAT
...En denken
Is de titel van de een bundel over de brede opdracht van docenten: bildung!
Dit jaar is het het thema van de Fontys leraren Opleiding in Tilburg. Afgelopen week heb ik de opdracht gekregen om, net als vorig jaar, de docentendag 2014 inhoudelijk te organiseren.
Vorming, bildung of de brede opdracht is het thema; ethiek, kunst & cultuur, diversiteit en duurzaamheid.
Veel aspecten van mijn werk en voorgenomen werk in het volgende studiejaar 2014-2015
vallen in dit kader:
-De opdracht van LA2: het maken van een cursus en leerlijn 'beroepsethiek'
-Het onderzoek van LA5 gaat hand in hand met een kleine denktank Creativiteit & Bèta+ en het maken van een module 'creativiteit in bèta'
-De kleine pilot Onderwijs=Kunst integreert in de Academische Opleidingschool Midden Brabant en heeft als thema de artistieke ontwerp benadering; een enorme schaalvergroting.
Kortom veel creatie-werk rondom onderwijs ontwerpen geïnspireerd op de artistieke ontwerp benadering. Met een knipoog en geïnspireerd op onze lectoraten, wil ik een 'CREATORAAT' oprichten.
Lectures zijn zo 2013. Creëren is het nieuwe zwart!
Is de titel van de een bundel over de brede opdracht van docenten: bildung!
Dit jaar is het het thema van de Fontys leraren Opleiding in Tilburg. Afgelopen week heb ik de opdracht gekregen om, net als vorig jaar, de docentendag 2014 inhoudelijk te organiseren.
Vorming, bildung of de brede opdracht is het thema; ethiek, kunst & cultuur, diversiteit en duurzaamheid.
Veel aspecten van mijn werk en voorgenomen werk in het volgende studiejaar 2014-2015
vallen in dit kader:
-De opdracht van LA2: het maken van een cursus en leerlijn 'beroepsethiek'
-Het onderzoek van LA5 gaat hand in hand met een kleine denktank Creativiteit & Bèta+ en het maken van een module 'creativiteit in bèta'
-De kleine pilot Onderwijs=Kunst integreert in de Academische Opleidingschool Midden Brabant en heeft als thema de artistieke ontwerp benadering; een enorme schaalvergroting.
Kortom veel creatie-werk rondom onderwijs ontwerpen geïnspireerd op de artistieke ontwerp benadering. Met een knipoog en geïnspireerd op onze lectoraten, wil ik een 'CREATORAAT' oprichten.
Lectures zijn zo 2013. Creëren is het nieuwe zwart!
maandag 12 mei 2014
FEEDBACK
IJKPUNT
Naar de professional met ethische visie!
Vandaag feedback ontvangen op mijn PK over het ontwerp
Naast mijn eigen ontwerp bureau "Sehnsucht" waren ook Adriaan Mellema en onze expert
Astrid Oomens aanwezig. Super, dat zij in haar agenda een uur vrij kom maken om ons op professioneel wijze van feedback te voorzien.
Een belangrijk aandachtspunt is, dat ik in het ontwerp niet vergeet om praktisch, down to earth, onderwijs te beschrijven. Doordat het ontwerp op verschillende niveau's speelt, kan het snel zweverig overkomen.
Voor mij was een eye- opener; mijn antwoord op de vraag wat wil je bereiken met de cursus beroepsethiek (voor de opleiding en voor de professionele ontwikkeling van de student).
Ik wil dat de professional een eigen ijkpunt heeft als het gaat om beroepsethiek.
De opleiding levert een breed opgeleide professional op, voor het bedrijfsleven, maar niet perse een neutrale rekenaar. Ook de toegepaste wiskundige kan visie hebben over ethiek, duurzaamheid en diversiteit.
Naar de professional met ethische visie!
Vandaag feedback ontvangen op mijn PK over het ontwerp
Naast mijn eigen ontwerp bureau "Sehnsucht" waren ook Adriaan Mellema en onze expert
Astrid Oomens aanwezig. Super, dat zij in haar agenda een uur vrij kom maken om ons op professioneel wijze van feedback te voorzien.
Een belangrijk aandachtspunt is, dat ik in het ontwerp niet vergeet om praktisch, down to earth, onderwijs te beschrijven. Doordat het ontwerp op verschillende niveau's speelt, kan het snel zweverig overkomen.
Voor mij was een eye- opener; mijn antwoord op de vraag wat wil je bereiken met de cursus beroepsethiek (voor de opleiding en voor de professionele ontwikkeling van de student).
Ik wil dat de professional een eigen ijkpunt heeft als het gaat om beroepsethiek.
De opleiding levert een breed opgeleide professional op, voor het bedrijfsleven, maar niet perse een neutrale rekenaar. Ook de toegepaste wiskundige kan visie hebben over ethiek, duurzaamheid en diversiteit.
Steigeren
Fading away...
Ontwerp van de cursus
Binnen het ontwerpen van de cursus 'beroepsethiek' voor de opleiding Toegepaste Wiskunde zijn natuurlijk scaffolding-elementen aanwezig. Verschillende studenten hebben, ook op het HBO verschillende instroom niveau's op het gebied van wiskunde, maar ook op het gebied van de beginnende beroepscompetenties.
Binnen de lessen en de cursus is het belangrijk om aan te sluiten bij het aanvangsniveau van de verschillende studenten. In het trapmodel en de beoordeling is ook dan ruimte voor differentiatie.
Ontwerp van de leerlijn
Bij het 'doortrekken' van de cursus naar een leerlijn komen scaffolding-elementen
naar boven op een macro-niveau.
In de eerste jaren van de opleiding (en bij de start van een vak) is er veel uitleg en begeleiding. In de latere jaren is er veel verantwoordelijkheid bij de student.
Ook de praktijkmomenten zijn zo georganiseerd. In jaar één heeft het project een interne opdrachtgever, vanaf jaar 2 zijn de opdrachtgevers extern. In jaar 2 zorgt de opleiding voor de projectbedrijven in jaar 3 en 4 de student zelf.
De afsluiting van de cursus beroepsethiek is een simulatiespel, daarna wordt van de student een 'ethisch paragraaf' verwacht bij de volgende bedrijfsprojecten (real world!)
Volgend studiejaar gaat de cursus voor het eerst uitgevoerd worden. Op basis van de reflecties en evaluaties kijken we naar vervolg uitvoeringen en voorbereiding in jaar 1 en misschien meer (geïntegreerd) aanbod in de jaren 3 en 4.
woensdag 7 mei 2014
dinsdag 6 mei 2014
En dat is ze...ven
REGIE
Als toevoeging aan de 6 vuistregels, lijkt me toch een 7e richtlijn van belang.
Die gaat over zelfsturing. Eigen regie op spelen (bij acteren) of leren (bij onderwijs).
En verantwoordelijkheid voor je eigen handelen en acties hoort daarbij.
Binnen het theater zou je kunnen spreken van verschillende visies. In poppenspel bespeelt de 'puppetmaster' de poppen. In de theatervariant van dit spel bespeelt de regisseur de (disponibele) speler.
Samenspraak en ontmoeten zijn dan sleutelwoorden. Binnen de visie van het theater maken, is de speler ook schrijver, maker en zelfs, tot op zekere hoogte of tot op een zeker moment, regisseur van het eigen handelen. Hoe dan ook als acteur participeer je in het proces, in meer of mindere mate.
De student participeert in het leren. Tot in welke mate? Samenspraak of de regie in handen.
Macht geeft verantwoordelijkheid.
Als toevoeging aan de 6 vuistregels, lijkt me toch een 7e richtlijn van belang.
Die gaat over zelfsturing. Eigen regie op spelen (bij acteren) of leren (bij onderwijs).
En verantwoordelijkheid voor je eigen handelen en acties hoort daarbij.
Binnen het theater zou je kunnen spreken van verschillende visies. In poppenspel bespeelt de 'puppetmaster' de poppen. In de theatervariant van dit spel bespeelt de regisseur de (disponibele) speler.
Samenspraak en ontmoeten zijn dan sleutelwoorden. Binnen de visie van het theater maken, is de speler ook schrijver, maker en zelfs, tot op zekere hoogte of tot op een zeker moment, regisseur van het eigen handelen. Hoe dan ook als acteur participeer je in het proces, in meer of mindere mate.
De student participeert in het leren. Tot in welke mate? Samenspraak of de regie in handen.
Macht geeft verantwoordelijkheid.
dinsdag 22 april 2014
Onderwijs=Kunst
Vuistregels
Al een jaar of drie ben ik betrokken bij de praktische uitvoering van Onderwijs=Kunst.
Dit gaat over wat Kessels en Grotendorst (2011) de artistieke ontwerpbenadering noemen.
Ik stimuleer onze aspirant docenten om onderwijs te ontwerpen aan de hand van creatieve en artistieke maatstaven.
Voor het ontwerpen van de module beroepsethiek met een groep collega's heb ik zelf een 6 tal vuistregels voor het ontwerpproces gecreëerd.
Al een jaar of drie ben ik betrokken bij de praktische uitvoering van Onderwijs=Kunst.
Dit gaat over wat Kessels en Grotendorst (2011) de artistieke ontwerpbenadering noemen.
Ik stimuleer onze aspirant docenten om onderwijs te ontwerpen aan de hand van creatieve en artistieke maatstaven.
Voor het ontwerpen van de module beroepsethiek met een groep collega's heb ik zelf een 6 tal vuistregels voor het ontwerpproces gecreëerd.
Vuistregels voor kunstzinnig
ontwerp:
1. Leren is een autonoom
proces én een universeel menselijk recht (Boal) Zowel voor de student,
als voor de docent, is kunst en
onderzoekend leren een uniek uitdrukking van het bestaan. In ontwikkeling van
onszelf, geven we zin aan het bestaan en dragen
bij aan de ontwikkeling van de wereld om ons heen.
2. Congruentie in het leren
én het ontwerpen; Als we in het leren bovenstaande
visie en de culturele competenties van Van Heusden als leidraad
gebruiken, leiden dezelfde visie en competenties ook het ontwerpen van
onderwijs
3. Theater is een groepskunst
(Boal) Het proces van leren in het onderwijs vindt plaats in groepen. Ook
het ontwerpen is een groepsproces.
4. In het theater is er gekoppeld
belang van het proces én product. De uiteindelijke uitvoering (1,5 uur) is een sterk concentraat van het
onderzoeksproces (maanden). Onderwijs en onderwijsontwerp zijn gebaat bij
dezelfde onderzoeksproces en doorleeft product, waarin plaats is voor mislukken
en schijnbaar nutteloze exercities (Lecoq).
5. Kunst is multi-interpretabel,
de uitkomst van leren ook.
Studenten kunnen in een
contextrijke cursus, zelf eigen leerdoelen formuleren. Convergent denken en creatief handelen zijn
leidend (Robinson)
6. Media zijn disponibel. De
docent en student zijn beiden optimaal voorbereid en georganiseerd voor het leerproces en product. Dit gaat over
‘externe’ media (dragers van cultuur) en
de media in de mens zelf. De docent en lerenden zijn ook voorbereid in
zintuigelijk en fysieke zin (Lecoq).
donderdag 10 april 2014
TRAPPEN
Zelf monteren
Na de peer feedback een verbetering gemaakt van mijn trapmodellen.
In verband met het onderwerp voor herontwerp kwam ik niet uit met de bestaande modellen.
Ik heb eerst een verantwoording geschreven.
Na de peer feedback een verbetering gemaakt van mijn trapmodellen.
In verband met het onderwerp voor herontwerp kwam ik niet uit met de bestaande modellen.
Ik heb eerst een verantwoording geschreven.
Gebruikmakend van de culturele basisvaardigheden van van Heusden heb ik zelf een trapmodel gemaakt (dit model is geschikt voor scholing in kunstdisciplines of filosofie e.d.) en dit vervolgens praktisch gemaakt voor ethiek.
maandag 7 april 2014
donderdag 3 april 2014
LEERWINST
Desalniettemin
Afgelopen week een afwisselende bijeenkomst gehad met peer-werk, een lezing en een interactief deel over toetsen.
Vooral de lezing en het interactieve deel hadden overeenkomst met de inhouden uit LA1. Desalniettemin, in LA1 bleef de les vaak tegen de literatuur aangeplakt. Anje is een prettig mens om naar te luistenen en te kijken. Ze geeft levendig college en is open in haar houding.
Het interactieve gedeelte over toetsen was leuk en leerzaam. Lekker inzichtelijk en plezier gehad over ieders voormalige toets-trauma (vnl. auto- en motor-rijexamens).
In mijn herontwerp speelt motivatie zeker een rol. Ethiek zal voor de Toegepaste wiskunde studenten niet gelijk hun hart sneller doen kloppen. (Sommen, vergelijkingen e.d. doen dat echt ...)
Door te starten met ethiek vanuit hun eigen studentenrealiteit (bv toetsen: hoe zit het met het groepscijfer bij een groepsopdracht, als je er nogal de kantjes af hebt gelopen?) gaan we ze verleiden.
De toetsing van de module zelf gaan we doen met een kwestie of een simulatiespel, wellicht in combinatie met duurzaamheid, bedrijfskunde en een paar sommen uiteraard, voor de intrinsieke motivatie.
maandag 31 maart 2014
ELLIOT
10 Lessen!
In januari van dit jaar overleed Elliot Eisner. In het blog het LKCA een deel van zijn 'erfenis' aan het onderwijs. Uit mijn hart gegrepen; tien lessen van Elliot.
Dit zijn aandachtspunten voor herontwerp van het curriculum. In het einde van het einde of in het begin van het begin komen wiskunde, kunst en filosofie samen.
donderdag 27 maart 2014
CIRKEL HERONTWERP
Voor het trapmodel ga ik eerst kijken of het unieke schema van Van Heusden (2010) kan werken voor ethiek.
Zelf betoogd hij in zijn 'Cultuur in de spiegel' van wel
In de link ook de mogelijkheid met een summiere uitwerking van het herontwerp
Ethiek in Toegepaste Wiskunde.
donderdag 20 maart 2014
Stroomlijnen
Herontwerpen al begonnen
Vorig week was er geen bijeenkomst voor LA2, maar ik ben volop met herontwerpen van onderwijs bezig geweest. Voor de opleiding Bedrijfswiskunde heb ik een nieuwe curriculum schets gemaakt.
Deze opleiding is ontstaan uit de opleiding docent wiskunde, maar komt daar door o.a. landelijke ontwikkelingen meer los van staan.
Ook veranderen de uitstroom specialisaties (door de maatschappelijke veranderingen). de naam zal binnenkort veranderen in 'Toegepaste Wiskunde'
De laatste jaren is er al veel beweging geweest in het curriculum. Ze hebben als enige bedrijfskunde opleiding een hele duidelijke leerlijn communicatie gemaakt. Ook hebben ze veel aandacht voor praktijkprojecten/stages en begeleiding. Toch was het curriculum nog te veel opeenstapeling van losse vakken, modules en (uitstroom)specialisaties. Lange tijd was het veranderen vooral het wiskundedeel van de opleiding niet mogelijk door de gezamenlijke lessen met de lerarenopleiding.
In samenspraak en gesprek (met van den Akker en Kessels!) met de docenten (communicatie, wiskunde, bedrijfseconomie) hebben we nu een nieuw schema gemaakt.
Drie domeinen:
Algemene wiskunde (AW); de basiswiskunde, die verder gaat op de havo stof en voorwaardelijk is voor bedrijfsmatige toepassingen.
Bedrijfswiskunde (BW); lessen in wiskunde voor de bedrijfsprocessen in de 4 specialismen (logistiek, statistiek, ict, engineering) en actuariaat.
Beroepscompetenties (BC); begeleide bedrijfsprojecten en afstudeerstage, communicatie (presenteren, schrijven, Engels), bedrijfseconomie. Alle gericht op het landelijk afgesproken competentieprofiel.
Twee lijnen:
Ontwikkelingslijn: In de overlap van theorie en praktijk loopt de ontwikkelingslijn, waarin studenten begeleiding krijgen om hun eigen ontwikkeling te sturen.
Onderzoekslijn: Deze lijn koppelt de wiskundig onderzoekende houding aan de beroepsvaardigheid en het afstuderen.
Eén Minor
De 30 ecp minor blijft, maar wordt nadrukkelijker gekoppeld aan de ontwikkelingslijn van de student
In het domein BC is ruimte voor integratie van een nieuw te ontwikkelen lijn Beroepsethiek.
Dit zou een mogelijk herontwerp kunnen zijn.
In het curriculum zitten nu al projecten 'internationalisering', deze projecten blijven ondergebracht in de lijn beroepsethiek: wereldburger en diversiteit. Ook de aparte lessen duurzaamheid, die nu nergens in het curriculum (geblokt) zweven integrerend in deze ethieklijn.
Daarnaast komt er meer aandacht voor ethische kwesties rondom het (rendement gerichte) beroep. Dit is een nieuw te ontwikkelen gebied.
Aan de slag
In de kleine vakgroep is bij alle docenten veel overeenstemming over 'bildung & humanity'
Een van de wiskunde docenten is ook student filosofie. Daarnaast kunnen we natuurlijk gebruikmaken van de expertise van de lector ethiek Wouter Sanderse van de Fontys en de kenniskring, waar ook FLOTdocenten in zitten. Praktisch zijn er ook al meerdere docentenopleidingen, die een module of cursus aanbieden.
Vorig week was er geen bijeenkomst voor LA2, maar ik ben volop met herontwerpen van onderwijs bezig geweest. Voor de opleiding Bedrijfswiskunde heb ik een nieuwe curriculum schets gemaakt.
Deze opleiding is ontstaan uit de opleiding docent wiskunde, maar komt daar door o.a. landelijke ontwikkelingen meer los van staan.
Ook veranderen de uitstroom specialisaties (door de maatschappelijke veranderingen). de naam zal binnenkort veranderen in 'Toegepaste Wiskunde'
De laatste jaren is er al veel beweging geweest in het curriculum. Ze hebben als enige bedrijfskunde opleiding een hele duidelijke leerlijn communicatie gemaakt. Ook hebben ze veel aandacht voor praktijkprojecten/stages en begeleiding. Toch was het curriculum nog te veel opeenstapeling van losse vakken, modules en (uitstroom)specialisaties. Lange tijd was het veranderen vooral het wiskundedeel van de opleiding niet mogelijk door de gezamenlijke lessen met de lerarenopleiding.
In samenspraak en gesprek (met van den Akker en Kessels!) met de docenten (communicatie, wiskunde, bedrijfseconomie) hebben we nu een nieuw schema gemaakt.
Drie domeinen:
Algemene wiskunde (AW); de basiswiskunde, die verder gaat op de havo stof en voorwaardelijk is voor bedrijfsmatige toepassingen.
Bedrijfswiskunde (BW); lessen in wiskunde voor de bedrijfsprocessen in de 4 specialismen (logistiek, statistiek, ict, engineering) en actuariaat.
Beroepscompetenties (BC); begeleide bedrijfsprojecten en afstudeerstage, communicatie (presenteren, schrijven, Engels), bedrijfseconomie. Alle gericht op het landelijk afgesproken competentieprofiel.
Twee lijnen:
Ontwikkelingslijn: In de overlap van theorie en praktijk loopt de ontwikkelingslijn, waarin studenten begeleiding krijgen om hun eigen ontwikkeling te sturen.
Onderzoekslijn: Deze lijn koppelt de wiskundig onderzoekende houding aan de beroepsvaardigheid en het afstuderen.
Eén Minor
De 30 ecp minor blijft, maar wordt nadrukkelijker gekoppeld aan de ontwikkelingslijn van de student
In het domein BC is ruimte voor integratie van een nieuw te ontwikkelen lijn Beroepsethiek.
Dit zou een mogelijk herontwerp kunnen zijn.
In het curriculum zitten nu al projecten 'internationalisering', deze projecten blijven ondergebracht in de lijn beroepsethiek: wereldburger en diversiteit. Ook de aparte lessen duurzaamheid, die nu nergens in het curriculum (geblokt) zweven integrerend in deze ethieklijn.
Daarnaast komt er meer aandacht voor ethische kwesties rondom het (rendement gerichte) beroep. Dit is een nieuw te ontwikkelen gebied.
Aan de slag
In de kleine vakgroep is bij alle docenten veel overeenstemming over 'bildung & humanity'
Een van de wiskunde docenten is ook student filosofie. Daarnaast kunnen we natuurlijk gebruikmaken van de expertise van de lector ethiek Wouter Sanderse van de Fontys en de kenniskring, waar ook FLOTdocenten in zitten. Praktisch zijn er ook al meerdere docentenopleidingen, die een module of cursus aanbieden.
dinsdag 11 maart 2014
maandag 10 maart 2014
Consultant
In het land der blinden...
Naast mijn LA2 analyse en het komende herontwerp voor de NaSkT afdeling van de FLOT, ga ik morgen een gesprek starten met de Fontysopleiding Bedrijfswiskunde/ Toegepaste wiskunde.
Ik heb een eerste spinnenweb voor hun gemaakt van het curriculum van de opleiding, nu gaan we praten over hun cyclische ontwerpproces en de stappen, die ze daarin kunnen nemen.
Ik stel voor: analyseren (van der Akker, Kessels & Grotendorst en LA2 team, Dank!), hiaten bespreken en op missie (en doelen) acties maken (stap voor stap...het zijn wiskundigen!).
Natuurlijk met de heilig graal van John Hattie in de hand, versie Visible learning for teachers (2012).
Naast mijn LA2 analyse en het komende herontwerp voor de NaSkT afdeling van de FLOT, ga ik morgen een gesprek starten met de Fontysopleiding Bedrijfswiskunde/ Toegepaste wiskunde.
Ik heb een eerste spinnenweb voor hun gemaakt van het curriculum van de opleiding, nu gaan we praten over hun cyclische ontwerpproces en de stappen, die ze daarin kunnen nemen.
Ik stel voor: analyseren (van der Akker, Kessels & Grotendorst en LA2 team, Dank!), hiaten bespreken en op missie (en doelen) acties maken (stap voor stap...het zijn wiskundigen!).
Natuurlijk met de heilig graal van John Hattie in de hand, versie Visible learning for teachers (2012).
donderdag 6 maart 2014
FLOWfood
De opdracht is een snack mee te nemen waar je FLOW van krijgt.
Maar wat is dan FLOW, als het over FOOD gaat.
FLOW is voor mij verbonden met de omgeving. Een golf is flow, maar de oceaan is überFLOW.
Flow gaat ook ritme; de tijd voor en na. Niet alleen over het moment zelf. Ook de tijdspanne erom heen moeten kloppen. Eb en vloed.
Flow krijg ik van voedsel dat eerlijk is. Het voedt mij en mijn omgeving
* Geen ander mens of dier is er voor uitgebuit, de aarde is geen geweld aangedaan met nutteloze verontreiniging of uitputting.
* Het eten is met een juist gevoel geteeld, bewerkt en bereid. Het valt in de menselijke maat, ik kan de herkomst van de ingrediënten traceren en relateren aan mijn eigen bestaan. Er is met plezier aan gewerkt.
* Zoveel mogelijk zelf gemaakt
Vandaag stond er een recept in de Volkskrant van de Zwitserse topkok Pietro Leemann, die al bijna 10 jaar 'geweldloos' kookt (met een ster) in Milaan. Joia!
Ik ga een broodje bakken met tarwe, spelt, vijgen (uit Effese), amandelen en rozijnen (all organic).
Met Hollandse bio boter of toch misschien met Franse geitenkaas met thijmhoning (all organic) en thijm (bio en uit eigen tuin).
Dit is vooral een SLOW FLOWFOOD, het werkt ook duurzaam in de energiehuishouding.
Voor de SPEED heb ik ook een PUSHER gemaakt, die kan ook flow verhogend werken.
Een organic choc brownie (slaafvrije, dark 80% chocola) gemaakt met organic cayenne!
Als je een beetje duf bent, slingert één hapje je onherroepelijk fastforward in energy.
Ideeën voor herontwerp
Air Beer
Zojuist mijn tweede LA1 paper afgemaakt.
Na het eerst essay over cultuureducatie en 21CS gaat deze literatuurstudie over cultuureducatie en leeropbrengsten. Ik ben er wel weer tevreden over, maar dat was ik met de vorige ook al. Koude kermis.
Voor LA5 is mijn onderwerp onderuitgegaan. De aanvankelijke toestemming van het management is ingetrokken en ik werk nu aan een hernieuwde onderzoeksthema. Creativiteit in het Bètaonderwijs.
Ik kan daarin de literatuur uit beide LA1 paper gebruiken.
Voor LA2 neig ik voor het herontwerp 'cultuureducatie in het curriculum'.
Kunst ontmoet Science, zoals bij de ijsbeer.
http://www.youtube.com/watch?v=L-a607j2dOo
Mijn FLOWmoment
Afscheid van Ans
Afgelopen maand heb ik het afscheid van onze directeur Ans gepresenteerd in de Tilburgse Concertzaal. Het waren twee shows van resp 2 en 1,5 uur op een dag. Allebei was ik vol in FLOW.
Leuk was dat er dus mensen bij waren (350-500 personen per show). FLOW is naar mijn smaak in contact met de omgeving. Ik vermoed, dat de FLOW dan ook een wisselwerking is tussen zaal en podium. Samen FLOW voelen en voeden.
Over de 9 points van FLOW heb ik in de openbrief aan Janette op deze blog al een en ander opgemerkt.
In ieder geval was:
1. Het doel was helder.
Shows voor Ans. In de pauze moest ik wel in flow blijven om de tweede show te doen. (douchen, andere kleding aan..alles strak)
2. Hoge concentratie op beperkt veld.
Check! De concertzaal (het is een witte doos) is een beperking van de wereld. Tussen 8.00 en 18.00 heb ik ook geen buitenlucht gezien.
Ik heb ook weinig aan andere dingen gedacht dan..de show. Ook 's morgens niet aan de middag (dit kan door de voorbereidingen en het minutieus draaiboek.
3. Verlies van zelfbewustzijn.
Verlies van ego! Juist een groot zelfbewustzijn op relatie met het doel (Ans) en de zaal
4. Andere tijdsbeleving
Ja en nee. De ochtendshow was een ingewikkeld programma met bijna 100 amateurs in 17 act in een professionele omgeving. Ik heb een versterkt bewustzijn van tijd. De show mocht tot 12.00 duren, weinig op de klok gekeken, maar het was om 11.59 klaar.
5. Directe en onmiddellijke feedback
De reactie uit de zaal lijken me direct en onmiddellijk!
6. Balans tussen vermogen en uitdaging.
Voor mij wel inleider geval. Ik kan dit wel, maar het lukt niet perse! Dat geeft een prettige spanning.
Ik doe meestal wel maar een show per dag. (Toen ik dit nog voor mijn beroep deed, presenteerde ik een show per 14 dagen/maand).
7. Controle over de situatie
Het begon al met de voorbereiding. Ik deed, aanvankelijk met een klein comité, de laatste weken de organisatie en de regie. Op de dag zelf moest ik dealen met de zaal, (4 technici; licht, geluid, props). Bijna 100 optredende collega's in de ochtendshow en in de middagshow met een aantal officiële programmapunten (o.a. de voorzitter CvB en 2 burgemeesters).
Dat gaf voor de shows wel een zekere stress, maar die ken ik goed. Dat was ook wel een start van de FLOW, master on stage. het gevoel van control over de situatie.
Er op deze dag niemand (in het publiek, op de bühne, in de coulissen) geweest, die heeft getwijfeld wie de baas op het podium was.
8. Intrinsiek belonende activiteit geeft moeiteloze activiteit
Ja en nee. Het heeft er allemaal nogal moeiteloos uitgezien en het was het ook wel ontspannen en rustig.Kon ook heel makkelijk en vermakelijk 'fouten' herstellen. (ochtend bandje..en middag burgemeester) wel een tken van FLOW.
Ik was de week erna ook fysiek moe als een hond. (Daarom deed ik er vroeger maar 1 of 2 per maand)
9. Het bewustzijn is gefocust op de activiteit zelf.
Ja, zeker. Zie alle bovenstaande. Toch is de activiteit nogal ruim van focus en in relatie met de omgeving en omstandigheden. Ans, haar familie, gasten, medewerkers, sprekers artiesten bobo's, techniek, publiek. Tijd en ritme & ruimte en beleving; verandering, verbazing, er dient gelachen en gehuild. gewoon gedaan en geridderd in de orde.
Intussen komen er artiesten aan in de coulissen en de mevrouw van de catering wil iets vragen
FLOW een soort 'beserke' op het slagveld.
Afgelopen maand heb ik het afscheid van onze directeur Ans gepresenteerd in de Tilburgse Concertzaal. Het waren twee shows van resp 2 en 1,5 uur op een dag. Allebei was ik vol in FLOW.
Leuk was dat er dus mensen bij waren (350-500 personen per show). FLOW is naar mijn smaak in contact met de omgeving. Ik vermoed, dat de FLOW dan ook een wisselwerking is tussen zaal en podium. Samen FLOW voelen en voeden.
Over de 9 points van FLOW heb ik in de openbrief aan Janette op deze blog al een en ander opgemerkt.
In ieder geval was:
1. Het doel was helder.
Shows voor Ans. In de pauze moest ik wel in flow blijven om de tweede show te doen. (douchen, andere kleding aan..alles strak)
2. Hoge concentratie op beperkt veld.
Check! De concertzaal (het is een witte doos) is een beperking van de wereld. Tussen 8.00 en 18.00 heb ik ook geen buitenlucht gezien.
Ik heb ook weinig aan andere dingen gedacht dan..de show. Ook 's morgens niet aan de middag (dit kan door de voorbereidingen en het minutieus draaiboek.
3. Verlies van zelfbewustzijn.
Verlies van ego! Juist een groot zelfbewustzijn op relatie met het doel (Ans) en de zaal
4. Andere tijdsbeleving
Ja en nee. De ochtendshow was een ingewikkeld programma met bijna 100 amateurs in 17 act in een professionele omgeving. Ik heb een versterkt bewustzijn van tijd. De show mocht tot 12.00 duren, weinig op de klok gekeken, maar het was om 11.59 klaar.
5. Directe en onmiddellijke feedback
De reactie uit de zaal lijken me direct en onmiddellijk!
6. Balans tussen vermogen en uitdaging.
Voor mij wel inleider geval. Ik kan dit wel, maar het lukt niet perse! Dat geeft een prettige spanning.
Ik doe meestal wel maar een show per dag. (Toen ik dit nog voor mijn beroep deed, presenteerde ik een show per 14 dagen/maand).
7. Controle over de situatie
Het begon al met de voorbereiding. Ik deed, aanvankelijk met een klein comité, de laatste weken de organisatie en de regie. Op de dag zelf moest ik dealen met de zaal, (4 technici; licht, geluid, props). Bijna 100 optredende collega's in de ochtendshow en in de middagshow met een aantal officiële programmapunten (o.a. de voorzitter CvB en 2 burgemeesters).
Dat gaf voor de shows wel een zekere stress, maar die ken ik goed. Dat was ook wel een start van de FLOW, master on stage. het gevoel van control over de situatie.
Er op deze dag niemand (in het publiek, op de bühne, in de coulissen) geweest, die heeft getwijfeld wie de baas op het podium was.
8. Intrinsiek belonende activiteit geeft moeiteloze activiteit
Ja en nee. Het heeft er allemaal nogal moeiteloos uitgezien en het was het ook wel ontspannen en rustig.Kon ook heel makkelijk en vermakelijk 'fouten' herstellen. (ochtend bandje..en middag burgemeester) wel een tken van FLOW.
Ik was de week erna ook fysiek moe als een hond. (Daarom deed ik er vroeger maar 1 of 2 per maand)
9. Het bewustzijn is gefocust op de activiteit zelf.
Ja, zeker. Zie alle bovenstaande. Toch is de activiteit nogal ruim van focus en in relatie met de omgeving en omstandigheden. Ans, haar familie, gasten, medewerkers, sprekers artiesten bobo's, techniek, publiek. Tijd en ritme & ruimte en beleving; verandering, verbazing, er dient gelachen en gehuild. gewoon gedaan en geridderd in de orde.
Intussen komen er artiesten aan in de coulissen en de mevrouw van de catering wil iets vragen
FLOW een soort 'beserke' op het slagveld.
woensdag 5 maart 2014
Open brief aan Janette (Thanks)
Dear Janette
Dank je wel voor je heldere en praktisch artikel over FLOW. Ik waardeer je poging om het begrip FLOW ook in het dagelijks leven en werken hanteerbaar te maken. Well done!
Respect voor Cz (je afkorting ga ik zeker overnemen, helden verdienen een logo) en de manier hoe je zijn theorie in je artikel destilleert.
Als regelmatig gebruiker (acteur van beroep en ki-aikido als passie) van FLOW heb ik wel een paar dingetjes om het gesprek gaande te houden.
Ik bespreek ze in je 9 points en je ondertitel.
Om met het eerste titel te beginnen:
'Thatvoodooyoudo', in het geval van FLOW spreek ik liever over 'prepair the miracle'. Ik vind FLOW ook iets magisch, maar ik probeer er wel in te geraken (into the ZONE) door het voor te bereiden. Voor een uur full FLOWshow bereid ik ongeveer een maand voor. De voorbereiding is geen garantie, maar zonder voorbereiding is het als de jackpot van de staatsloterij.
1. Helder doel
Mee eens, maar wel een helder flexibel doel. Als het doel te 'fixed' is, zit je zo in HOLD
2. Hoge concentratie en in een beperkt veld van aandacht.
Hoge concentratie in een gefocust veld van aandacht. De aandacht is namelijk tegelijkertijd heel hoog (helemaal niet limited) eigenlijk, maar ik focus naar hier en nu en de relatie met de omgeving en de wereld (helemaal niet klein ook).
3. Los van zelfbewustzijn
Zonder te veel te steggelen over woorden zou ik zeggen. Voor FLOW dien je los te komen van je 'ik'. Maar ik ervaar vaak een soort super zelfgewaarwording in het loslaten van het ik-bewustzijn.
4. Verstoorde tijdsbeleving
Ja en nee. ik laat het los en ik houd op een 'andere' klok heel goed de timing en tijd in de gaten.
Door een goede voorbereiding kom je dan op het einde juist uit.
5. Directe en onmiddellijke feedback
Mee eens
6. Balans tussen niveau van skill en uitdaging
Mee eens
7. Een gevoel van controle over de situatie
Mee eens, maar ik weet dit al voor de start. De voorbereiding geeft hier een rustig gevoel. Ook is bij FLOW dan de controle over de situatie is totaal, ook op het niveau van emotie.
Duende ontmoet hier het binnenwerk van het Zwitserse horloge.
8. Intrinsiek belonende actie mondt uit in moeiteloze actie
Mee eens. In het geval van FLOW in acteren, kan ik door de omzetting van het moeiteloze aan het publiek na afloop (of de volgende dag) toch wel aardig instorten.
9. Focus van de aandacht op de activiteit zelf.
Mee eens.
Toch voel ik in FLOW altijd een meta/conta- punt. Ik ben in FLOW en neem het ook waar tegelijkertijd (regie), zonder daarvan perse uit de FLOW te raken.
With love,
yours,
Eric
Dank je wel voor je heldere en praktisch artikel over FLOW. Ik waardeer je poging om het begrip FLOW ook in het dagelijks leven en werken hanteerbaar te maken. Well done!
Respect voor Cz (je afkorting ga ik zeker overnemen, helden verdienen een logo) en de manier hoe je zijn theorie in je artikel destilleert.
Als regelmatig gebruiker (acteur van beroep en ki-aikido als passie) van FLOW heb ik wel een paar dingetjes om het gesprek gaande te houden.
Ik bespreek ze in je 9 points en je ondertitel.
Om met het eerste titel te beginnen:
'Thatvoodooyoudo', in het geval van FLOW spreek ik liever over 'prepair the miracle'. Ik vind FLOW ook iets magisch, maar ik probeer er wel in te geraken (into the ZONE) door het voor te bereiden. Voor een uur full FLOWshow bereid ik ongeveer een maand voor. De voorbereiding is geen garantie, maar zonder voorbereiding is het als de jackpot van de staatsloterij.
1. Helder doel
Mee eens, maar wel een helder flexibel doel. Als het doel te 'fixed' is, zit je zo in HOLD
2. Hoge concentratie en in een beperkt veld van aandacht.
Hoge concentratie in een gefocust veld van aandacht. De aandacht is namelijk tegelijkertijd heel hoog (helemaal niet limited) eigenlijk, maar ik focus naar hier en nu en de relatie met de omgeving en de wereld (helemaal niet klein ook).
3. Los van zelfbewustzijn
Zonder te veel te steggelen over woorden zou ik zeggen. Voor FLOW dien je los te komen van je 'ik'. Maar ik ervaar vaak een soort super zelfgewaarwording in het loslaten van het ik-bewustzijn.
4. Verstoorde tijdsbeleving
Ja en nee. ik laat het los en ik houd op een 'andere' klok heel goed de timing en tijd in de gaten.
Door een goede voorbereiding kom je dan op het einde juist uit.
5. Directe en onmiddellijke feedback
Mee eens
6. Balans tussen niveau van skill en uitdaging
Mee eens
7. Een gevoel van controle over de situatie
Mee eens, maar ik weet dit al voor de start. De voorbereiding geeft hier een rustig gevoel. Ook is bij FLOW dan de controle over de situatie is totaal, ook op het niveau van emotie.
Duende ontmoet hier het binnenwerk van het Zwitserse horloge.
8. Intrinsiek belonende actie mondt uit in moeiteloze actie
Mee eens. In het geval van FLOW in acteren, kan ik door de omzetting van het moeiteloze aan het publiek na afloop (of de volgende dag) toch wel aardig instorten.
9. Focus van de aandacht op de activiteit zelf.
Mee eens.
Toch voel ik in FLOW altijd een meta/conta- punt. Ik ben in FLOW en neem het ook waar tegelijkertijd (regie), zonder daarvan perse uit de FLOW te raken.
With love,
yours,
Eric
Curriculum Analyse Deel C
Curriculum
Analyse Deel C
Deze
analyse volgt vijf vragen over het curriculum
Vraag I:
Welke leerlijnen herken je?
De
landelijk vastgestelde SBL competenties van mei 2004 zijn door Fontys
Hogescholen bewerkt voor de lerarenopleidingen.
Uiteindelijk
lopen er in de lerarenopleiding twee leerlijnen: vak en meesterschap. Dit geldt
ook voor het bètacluster en de afdeling natuurkunde, scheikunde, techniek
(NaSkT).
Leerlijn ‘vak’
is natuurkunde, scheikunde en techniek én de vakdidactiek in deze leergebieden.
‘Meesterschap’
is de ontwikkeling van pedagogisch-didactische bekwaamheden met het vak
Flankerend Onderwijs (FO) en drama. In de meesterschap-leerlijn valt ook de
stage.
Afspraak
binnen de FLOT is dat vak en meesterschap in tijd en studiebelasting gelijk
(50/50) verdeeld zijn.
Vraag II:
Naar welke leerdoelen leiden deze leerlijnen?
De
competentie beschrijving van de eindtermen 'startbekwaam' is heel duidelijk. Daarnaast zijn er
leerdoelen naar aanleiding van de kennisbasis. Zoals een Lerarenopleiding
betaamt worden deze leerdoelen, in studeerbare modules onderwezen. Speciale
aandacht is er voor de stage leerdoelen. De docenten van de stageschool
hebben een doorslaggevende stem in het behalen van de stage
Vraag
III: Welke integratie of samenhang van leerdoelen zie je?
In de
stage vindt vooral de integratie tussen vak (theorie) en meesterschap
(praktijk) plaats.
Ook in
competentie 7: reflectie en ontwikkeling, koppelt de student zijn integrale
studieroute. De ontwikkeling van deze competentie heeft in het curriculum een
plek binnen FO en eventueel in de studieloopbaan begeleiding.
Vraag IV:
Hoe komen deze leerdoelen in het primaire proces van jouw groep(en)/leerjaren
terug?
De module
drama zit in de propedeusefase en heeft een 'status aparte' in het
meesterschap. Het schuurt aan tegen FO, maar gaat veel meer over doen en
ervaren.
Leerdoelen
in drama zijn:
Houding
voor de klas (fysieke intelligentie), omgaan met emoties, orde in de klas,
improviseren voor de klas. Deze doelen linken
aan het meesterschapsdomein. De module drama legt ook verbanden met het vak of
vakdidactiek; creatief omgaan met het vakgebied of lesstof.
Binnen de
SBLcompetenties werk ik voornamelijk met de interpersoonlijk competent, pedagogisch-didactisch
competent en competent in reflectie en ontwikkeling.
Vraag V:
Welke sterke punten herken je, wat zijn zwakkere punten?
Sterke
punten:
*Het curriculum
van de opleiding is tot op een heel fijn niveau beschreven, met integratie
van de Dublin Descriptoren, de SBLcompetenties en de geldende kennisbases.
Op veel items in het spinnenweb van Van den Akker is er een redelijke congruentie
in 'intended' en 'implemened' curriculum. Dat is een ongelooflijke prestatie.
Dit proces, gestuurd voor de accreditaties en interne audits, heeft de laatste
jaren veel investering gekost. Er wordt nu constant op kwaliteit gestuurd.
* Binnen het
cluster van vakgebieden en op het domein van meesterschap zijn er 10 lectoren
binnen de FLOT actief, zij promoten de kwaliteit van het vak en betrekken
docenten bij (praktijk) onderzoek in kenniskringen.
*De
docenten zijn expert in hun vakgebied.
Zwakke
punten:
*Integratie
van de leerlijnen (vak en meesterschap) is een kwetsbaar punt. Dit gebeurt
voor het grootste deel in de stage, die plaatsvindt in het onderwijsveld en
voor een groot deel buiten de reikwijdte van de opleiding. Er lopen allerlei
initiatieven zoals de Academische Opleidingsschool (AOS) om de gedachte ‘samen
opleiden’ (lerarenopleiding en onderwijsveld) vorm te geven. Het effect hiervan
is nog onvoldoende helder.
* Voor
een lerarenopleiding zou vakdidactiek
veel meer in het centrum van
het curriculum dienen te staan. Elke docent, die onze (aankomende docent)
student meemaken in het lesgeven zou voor hen een levend voorbeeld moeten zijn
in didactiek.
(Dit
staat tegenover het sterke punt; docenten zijn vooral en eerst expert in hun
vakgebied)
Extra:
21
Century Skills (21CS)
Deze
toonaangevende skills voor science komen nog weinig terug in het curriculum.
Kabinet, ministerie en Onderwijsraad
hechten belang aan het ontwikkelen van deze 21CS binnen het onderwijs. 21CS zou
best weleens een thema zou kunnen zijn in de klaslokalen van de komende jaren!
Ook de integratie van NaSkT en andere aan beta-gelinieerde vakken in ‘science’
(zoals in de Angelsaksische wereld gewoon is) lijkt weinig te
leven bij de vakgroepdocenten. Er is nog geen zicht op een ontwikkeling om te
clusteren met wiskunde en computer technologie in de STEM (science, technology,
engineering & mathematics).
Binnen de
21CS is creativiteit een belangrijke skill. In Korea loopt op
dit moment een driejarig onderzoek naar STEAM. Het toevoegen van 'Arts'
aan het STEM domein. In de VS wordt
rondom de technologische ontwikkelingen door de overheid (aangezet door ICT bedrijven
als Google en Apple) gepleit voor 'liberal education'. Ook de term ‘bildung’
doet weer regelmatig zijn intrede in het onderwijs. Dit vormende
onderwijsideaal is verbonden met de klassiek scholing, waarin wetenschap, filosofie,
sport en kunst verbonden zijn.
Voor
drama en andere kunstvakken is er ruimte om in deze ontwikkelingen te figureren
door integratie van het creatief en probleemoplossend denken in science
en/of STEM.
Curriculum Analyse Deel B
Curriculum
Analyse Deel B
In Deel B
beschrijf ik het curriculum op basis van de spinnenweb items van 'van den
Akker' (2009). Vervolgens gebruik ik twee modellen van de auteur om het
curriculum te categoriseren: Het onderscheid tussen 'intended', 'implemented'
en 'attained' curriculum en de indeling in niveaus: macro, meso, micro en
nano.
Vervolgens
gebruik ik het artikel van Kessels en Grotendorst (2011) voor een aanvullende
analyse.
Bronnen
Voor dit
verslag heb ik gebruik gemaakt interviews met studenten en medewerkers van de
opleiding. De links verwijzen naar gepubliceerde teksten. Ook de meest recente student-
en docent evaluaties en de Macon (management rapportage) heb ik gebruikt. Links
naar deze teksten ontbreken in de tekst, omdat ik onvoldoende zicht heb op de
eventuele vertrouwelijkheid van deze bronnen.
Missie
Het is de
missie van de Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT) en de opleiding docent
natuurkunde, scheikunde en techniek (NaSkT) om de beste leraren van Nederland
op te leiden. Deze missie wordt verwoord door een beleidsnotitie de Stippen aan de horizon en de toetsstenen. We willen vakkundige docenten opleiden, die
pedagogisch-didactisch bekwaam zijn. Deze professionals hebben oog voor de
leerling en zicht op en zin in hun eigen ontwikkeling.
1.
Doelen
De doelen
voor de lerarenopleiding vallen binnen de in Europa afgesproken bachelor normen:
de Dublin Descriptoren. In Nederland wordt het
uitstroomprofiel voor de start bekwame docent vormgegeven in SBL competenties.
De doelen
liggen vooral op macro niveau. Het ‘intended’ curriculum is goed en helder
beschreven. Het lijkt correct 'implemented' in de onderwijspraktijk. Management heeft hier duidelijk zicht op.
Individuele docenten zijn veel minder
betrokken op de doelen. Een kritische situatie doet zich voor in het ‘attained’
veld. Studenten lijken in de dagelijkse onderwijspraktijk niet altijd duidelijk
zicht te hebben op de doelen van de opleiding.
2.
Inhoud
Binnen
het werken met competenties speelt kennis een belangrijke rol, naast vaardigheden
en houding. De lerarenopleidingen hebben een landelijke kennisbasis voor de
vakken (natuurkunde, scheikunde en techniek) en het meesterschap. Deze kennisbases zijn
verankerd in het curriculum en worden getoetst.
Intended
en implemented vallen hier bijna naadloos op elkaar. De scheefgroei zit in
het attained curriculum. Enkele jaren geleden was de inhoud veel meer
het domein van de school en vakgroep: mesoniveau. Nu ligt de inhoud door o.a. de kennisbases op macroniveau.
Een punt van
zorg is de integratie van het vak en het meesterschap.
Binnen de
stage komen die samen, maar de rol van vakdidactiek in het curriculum van de
opleiding is tot nu toe onderbelicht. Dit knelpunt ligt op mesoniveau.
3.
Leeractiviteiten
De
kennisbasis is goed zichtbaar in de leeractiviteiten en de module
beschrijvingen op vak en meesterschap. Op het niveau van implemented curriculum is er discussie.
Het
rooster is nu een verzameling kleine losse vakken zoals te zien in de
studiewijzers meesterschap , natuurkunde en scheikunde. Er ontbreekt samenhang in domeinen en leergebieden.
Integratie van de kennisgebieden is een wereldwijde tendens.
Ook bij
het item leeractiviteiten blijkt uit de hoeveelheid losse onderdelen de weinig
integrale visie over het samengaan van vak-en meesterschap. De leeractiviteiten
vallen in meso t/m nano niveau.
4.
Toetsing
De
toetsing gaat volgens FLOTbreed beleid.
Intended en implemented liggen uit elkaar binnen NaSkT. Attained loopt
dan vanzelfsprekend uit de pas.
Het
toetsbeleid is nog onvoldoende is afgestemd op de gewenste eindcompetenties van de start bekwame
student voor de toekomst.
Toetsing
speelt op alle denkbare niveaus. Hoe we toetsen heeft effect het
leren van de student. Het beleid is landelijk.
5.
Functie docent.
De docenten
bij de afdeling NaSkT zijn expert in een bètadiscipline of onderwijskundig
expert in meesterschap. Intended en implemented vallen door FLOT beleid dicht
op elkaar. Echter bij docenten ontbreekt zicht op de samenhang. Ze neigen zich
terug te trekken in het bastion van hun vak en klas, daar is hun betrokkenheid
het groot.
6 t/m 9
Overige Items
De items
'leermaterialen', 'groepsvorming', 'locatie' en 'tijd' worden in deze
beschrijving niet apart beschreven, omdat intended, implemented en attained in
grote lijnen congruent zijn. Deze items zijn geldig op meso t/m nano niveau.
Item 'tijd' ook op macro niveau, omdat dit landelijk en Fontysbreed wordt
afgesproken.
Kessels
& Grotendorst geven in hun artikel een overzicht van leertheorieën en
ontwerpstrategieën. Binnen FLOT NaSkT zijn verschillende docenten met een eigen
(of vakgebonden) visie aan het werk. De opleiding kiest voor competentiegericht
opleiden en is sociaal-constructivistisch gericht.
Het
curriculum heeft ook elementen van
cognitivisme (toetsen van kennisbasis) pragmatisme (wisselwerking tussen
theorie en practica) en de humanistische visie (onderwijskundig
aanbod en drama) in zich
Het
curriculumontwerp is dus niet eenduidig binnen de FLOT. Echter voor een lerarenopleiding is
diversiteit van leertheorieën gerechtvaardigd. Immers studenten kunnen zo
kennis maken met de diverse theorieën. Voorwaarde is natuurlijk wel,
dat de opleiding en de docenten zelf de verschillen kunnen benoemen, zodat
studenten die kunnen herkennen en hiervan leren.
Abonneren op:
Posts (Atom)